Belangrijke BPM wijzigingen voor 2025

Vanaf 2025 worden de regels voor de BPM (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen) in Nederland aangescherpt om milieuvriendelijker vervoer te stimuleren. De veranderingen, die tijdens Prinsjesdag 2024 zijn aangekondigd, hebben met name invloed op ondernemers met bestelauto’s en eigenaren van milieuvriendelijke voertuigen, zoals elektrische auto’s en plug-in hybrides. Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen uiteengezet.

1. Afschaffing van BPM-vrijstelling voor bestelauto’s

Per 1 januari 2025 verdwijnt de BPM-vrijstelling voor ondernemers met bestelauto’s. Dit betekent dat er vanaf die datum BPM betaald moet worden voor nieuwe bestelauto’s. Er is een overgangsregeling ingesteld om de aanpassing geleidelijk te laten verlopen. Bestelauto’s met een ‘Datum Eerste Toelating’ (DET) tot en met 31 december 2024 vallen nog onder de oude ondernemersvrijstelling.

De overgangsregeling houdt in dat bestelauto’s die voor het einde van 2024 zijn toegelaten, de vrijstelling behouden, ook bij doorverkoop, mits de nieuwe eigenaar aan de voorwaarden voldoet. Daarnaast blijft de volledige afschrijving binnen 5 jaar mogelijk voor deze voertuigen. Voor elektrische bestelauto’s geldt dat er geen vaste BPM-bijdrage is.

Hoe werkt BPM voor bedrijfswagens?

De BPM voor bedrijfswagens zal, net als bij personenauto’s, worden gebaseerd op de CO2-uitstoot van het voertuig. Voor nieuwe voertuigen geldt de bruto BPM, berekend op basis van de huidige BPM-tabel voor personenauto’s. Voor tweedehands bedrijfswagens wordt de rest-BPM berekend op basis van de resterende waarde van de auto en afschrijving.

Om alvast een beeld te schetsen, kijken we naar drie populaire bedrijfswagens op de Nederlandse markt en berekenen we wat de BPM zou kunnen zijn voor zowel een nieuwe als een gebruikte bedrijfswagen (3 jaar oud). Meer over deze ontwikkelingen lees je in dit artikel.

2. Verhoging van de BPM-voet voor personenauto’s

De vaste BPM-bijdrage voor personenauto’s stijgt in 2025 met €227, wat resulteert in hogere aanschafkosten voor nieuwe auto’s. Het variabele BPM-deel, dat gebaseerd is op de CO₂-uitstoot, blijft ongewijzigd. Hiermee blijft de belastingdruk vooral gericht op de uitstoot van het voertuig.

Ook elektrische auto’s, die tot 2024 volledig waren vrijgesteld van BPM, zullen vanaf 2025 een vaste bijdrage van €667 betalen.

3. Plug-in hybrides verliezen speciaal BPM-tarief

Voor plug-in hybride voertuigen (PHEV’s) verandert het BPM-tarief aanzienlijk. Het aparte, lage BPM-tarief dat voor deze voertuigen geldt, verdwijnt per 1 januari 2025. De BPM voor plug-in hybrides die vanaf dat moment worden geproduceerd, zal op dezelfde manier worden berekend als voor conventionele voertuigen.

De BPM-tabel voor PHEV’s, die nog gebruikt werd om de BPM te berekenen, komt te vervallen door verbeterde methodes om de uitstoot van PHEV’s nauwkeuriger te meten. Voor voertuigen met een oudere typegoedkeuring kan de BPM zelfs wat lager uitvallen. Vanaf 2026 wordt verwacht dat de BPM voor PHEV’s mogelijk fors zal stijgen door strengere CO₂-normen.

Milieuvriendelijker vervoer als hoofddoel

De aanpassingen in de BPM-regels vormen onderdeel van een bredere reeks maatregelen die milieuvriendelijk vervoer moeten bevorderen. Meer informatie over de BPM-wijzigingen is te vinden op de websites van de Belastingdienst en de Rijksoverheid.